Allen die willen te kaap’ren varen
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden zij varen mee
Allen die ranzige tweebak lusten
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden zij varen mee
Al die deftige pijpkens smoren
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden zij varen mee
Al die van stormen en golven houden
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden zij varen mee
Al die van wijven en brandewijn houden
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden zij varen mee
Al die met ons de walrus killen
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden zij varen mee
Al die dood en duivel niet duchten
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden zij varen mee
Tekst en melodie uit De Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France, 1856