Zeg, moet je horen
Het heeft weer gevroren
De ijsbloemen staan op de ruit
Sneeuw hoor je kraken
Op straten en daken
De bomen zijn wit als een bruid
Schaatsen gaan krassen
Op sloten en plassen
En overal helder geluid
Kind'ren in groepen
Ze spelen en roepen
En één duwt een stoel voor zich uit
Ginds rijden knullen
Met halen en krullen
Maar eentje valt flink op zijn snuit
Iedereen vindt er
Vermaak in de winter
Maar nu is ons liedje dus uit
W. Wilmink / H. Bannink