Daar klingelt een klokje met zilveren klank
Het nodigt zo vriend’lijk tot rust en tot dank
En roept tot ons allen: de taak is volbracht
Goeden nacht, goeden nacht!
De zonne ging onder, verbleekt is heur glans
De maan leidt de reien der starren ten dans
En dart’lend belonken ze in ’t water hun pracht
Goeden nacht, goeden nacht!
Een zuchtje suist fluist’rend in ’t ruisende riet
De kever zoemt gonzend om ’t bloembed een lied
De nachtegaal slaakt aan de woudzoom zijn klacht
Goeden nacht, goeden nacht!
Schijnt vriend’lijke sterren, en tintelt naar lust
Slaapt vogels en bloemen, ook wij gaan ter rust
'Nacht armen en droeven en kranken, rust zacht
Goeden nacht, goeden nacht!
G.W. Lovendaal / H.C. van Oort