Home

Daar boven uit het vensterke

Daar boven uit het vensterke
daar lag een mooi meisje fijn
Meteen kwam daar een smid voorbij
sprak: meisje meen je mijn ?
Nee, zeide zij, lelijke zwarte smid
mijn vel dat is voor jou te wit
jij zult er mijn man niet zijn
jij zult er mijn man niet zijn

Daar boven uit het vensterke
daar lag een mooi meisje fijn
Meteen kwam daar een schoenlapper aan
sprak: meisje meen je mijn ?
Nee, zeide zij, lelijke pikkedraad
jij naait er zo menige valse naad
jij zult er mijn man niet zijn
jij zult er mijn man niet zijn

Daar boven uit het vensterke
daar lag een mooi meisje fijn
Meteen kwam daar een timmerman aan
sprak: meisje meen je mijn ?
Nee, zeide zij, lelijke timmerman
jij boort er een gat en je weet er niet van
jij zult er mijn man niet zijn
jij zult er mijn man niet zijn

Daar boven uit het vensterke
daar lag een mooi meisje fijn
Meteen kwam daar een matroos voorbij
sprak: meisje meen je mijn ?
Ja, zeide zij, mooie blanke matroos
ik wil je wel hebben voor nu en altoos
jij zult er mijn man wel zijn
jij zult er mijn man wel zijn

Tekst en melodie uit Jaap Kunst, Terschellinger volksleven, 1915