Daar lopen drie aardige meisjes
Te zingen in 't heerlijke bos.
Ze kennen de joligste wijsjes
En deunen er dapper op los;
Tra-li-e. Tra-la-lee-e,
Tra-la-la-la-la-la-la-la-la !
En ginder weerkaatsen haar wijsjes
Op 't bos aan 't eind van de laan;
't Is net of drie andere meisjes
Daar liedjes te neuriën staan;
Tra-li-e. Tra enz.
Haar liedjes weerkaatsen van voren,
Maar ook tegen 't frisgroene dak,
Want vogeltjes laten zich horen
Daarboven op twijg en op tak:
Tra-li-e, Tra enz.
O.S. van der Veen / H.C. van Oort