Jij Hollandse wind, je ruikt naar rivieren,
Je ruikt naar de wijde Hollandse zee;
Je raast in mijn oren, je waait door mijn haren,
Je voert er de smaak van zout met je mee!
Je speelt met de wolken, in loodgrijze luchten,
Je smijt met de regen uit wolkenlucht grauw,
Je jaagt ze weer weg, de wolken, ze vluchten,
Je blaast ons weer droog, en de hemel wordt blauw!
Jij Hollandse wind, je drijft onze molens,
Snel draaien de wieken, de polder wordt droog,
Het lied van de wind klinkt in suiz'lende bomen,
De rits'lende toppen, ze wuiven omhoog!
Je rimpelt de stromen, je blaast in de zeilen
Van dobb'ren scheepjes op waat'ren blauw.
Je brengt ons de zon weer, na onweer en regen:
Jij Hollandse wind, wij houden van jou!
M.C. van Oven-van Doorn / J. Wijnand-Balke