Wim zat zo hard te werken
Hij tekende een spoor
Een spoor met zeven wagens
Maar dat is moeilijk hoor!
En weet je wat hij heel vergat
Toen hij zo stil te werken zat?
Dat hij een glas naast zich had staan
Dat moe met melk had vol gedaan
Zie zo, de spoor is klaar hoor
Nu gauw eens drinken gaan
Maar ’t glas ligt om, en poesje
Ziet Wim ondeugend aan
Ze likte nog haar snoetje af
En scheen volstrekt niet bang voor straf
Je mag mijn spoor niet zien, hoor Nel
Zei Wim heel boos, wat denk je wel!
Henriëtte Kriebel