's Morgens vroeg als 't haantje kraait,
Gaan de boerenmeiden
Met heur kannen blank gepoetst
Naar de stille weiden.
Hopsa, hopsa, dideldom
't Koetje roept al:
"Kom, o kom
Spoedig naar de weiden!"
Spoedig naar de weiden!"
Vrolijk reppen zij zich voort
Langs de groene akker.
En zij zingen menigmaal
Zelfs de leeuw'rik wakker.
Hopsa, hopsa, fideldijn!
"Wie van ons zal d'eerste zijn?
Leeuw'rik, ben j'al wakker?"
Leeuw'rik, ben j'al wakker?"
Driemaal heeft de haan gekraaid,
En de boerenmeiden
Keren nu met kannen vol
Uit de groene weiden.
Hopsa, hopsa, tralala!
Lekk're melk komt er, ja ja,
Uit de groene weiden!
Uit de groene weiden!
J. Worp