Trara, trara ! mijn horengetoet,
Blaast allen vroegtijdig wakker.
Klimt op maar, klimt op maar,
de paarden zijn goed.
Is d'een ook een rakker, en d'ander een stakker.
Een omnibusknol gaat nimmer op hol
Een omnibusknol gaat nimmer op hol
Trara, trara, trara.
Trara, trara, mijn horengetoet,
dat gaat nu een ogenblik staken.
Het pleisteren in de taveerne geeft rust
Wat zal het koele biertje ons daar lekker smaken.
Daarna is 't weer tijd om verder te gaan
Daarna is 't weer tijd om verder te gaan
Trara, trara, trara.
Trara, trara, mijn horengetoet,
Klinkt vrolijk langs pleinen en straten.
Hoe kijkt dat blondlokkige meisje zo mal
Ik zou het niet laten, met haar wat te praten
Indien het slechts mocht, maar voort gaat de tocht
Indien het slechts mocht, maar voort gaat de tocht
Trara, trara, trara.
Trara, trara, mijn horengetoet
weergalmt reeds van ver door de dreven
't verdooft met zijn klanken het wielengeraas
't blijft hangen en zweven, en lisplen en leven
In 't bladerrijk bos en ik blaas er op los
In 't bladerrijk bos en ik blaas er op los
Trara, trara, trara.