Een jongen van Holland, van echt Hollands bloed,
Heeft durf in zijn vuisten bij al wat hij doet,
En gaat ie te land of vaart ie ter zee,
Zijn Hollandse vuisten, die neemt ie er mee
Een Hollandse jongen met Hollandse zin,
Die dut bij de pappot van moeder niet in,
Die trekt er op uit, zo ver ie maar kan,
Want achter een pappot daar wordt ie geen man
Een Hollandse jongen vindt Holland het best,
Al vaart ie naar Oost en al vaart ie naar West,
Zo rijk en zo groot is geen land ter aard,
Of Holland, ons Holland, blijft meer toch hem waard
Mr.H.W. v.d. Mey / A.P. Hamers