Een vreemde arme snuiter was moede van het wand’len
Was moede, moede van het wand’len
Hij had zijn fluit verloren
Uit zijne mantelzak, tra-la-la-la
Zak, tra-la-la-la
Uit zijne mantelzak
Da’s niets, ik heb gevonden
Waar jij zoveel van hield, tra-la-la-la
Hield, tra-la-la-la
Waar jij zoveel van hield
Beiers volkswijsje