Gildebroeders, maakt pleziere 
                    Met muziek vroeg en-de laat 
                    Laat ons nu het jaarfeest vieren 
                    Van de maagd Cecilia. 
                    Zingt, speelt ter ere van dees ma-ged; 
                    La sol fa mi re do fa sol la. Cecilia. 
                Spant nu de bas, keel en violen, 
                  Speelt op de citer, harp en fluit! 
                  Maakt van vreugde capriolen, 
                  t'Ere van dees weerde bruid. 
                  Zingt, speelt … 
                Komt de liefde te vermind'ren, 
                  Laat ons maar standvastig staan. 
                  Gene nijd en kan ons hind'ren. 
                  Onze gild' zal nooit vergaan. 
                  Zingt, speelt … 
                Want dees maged naar Gods herte 
                  Hierin zulk behagen vond. 
                  Dat zij in haar meeste smerte 
                  Naar heur harp zoo liep terstond. 
                  Zingt, speelt … 
                Laat ons deze bruid maar eren, 
                  Wijl dat wij vergaderd zijn. 
                  Zij zal bij den Heer der Heeren 
                  Bidden dat het zoo mag zijn. 
                  Zingt, speelt … 
                Broeders, wijl de snaren klinken, 
                  Mag er niet vergeten zijn. 
                  Eens op't goed succes te drinken, 
                  Een gelaasken bier of wijn!
                  Zingt, speelt … 
                Sinte Cecilia  wordt gevierd op 22 november 
                      Tekst en melodie uit Bols, Honderd Vlaamsche liederen, 1897