Hansje en Hansje-pop wandelen rond
Mollig en zacht is de geurige grond
Hansje zingt lustig terwijl ze bukt
En voor Hansje-pop bloemetjes plukt
Maar toen ze opkeek van ’t bukken moe
Kwam er een snaatrende gans naar haar toe
Gigak, zo riep die, toen kwamen er meer
Hansje verschrikte en ’t popje viel neer
Wat is er toen toch met Hanspop gebeurd?
Och, och, één gans heeft haar jurkje gescheurd
Eén heeft haar hard in haar benen gepikt
Eén die heeft Hansjepops neus ingeslikt
Moedertje, kom toch eens zien naar je pop
Anders dan eten de ganzen haar op.
Henriëtte Kriebel