Heden zijn we nog in ’t land
Morgen aan de Noordzee-kant
En wij moeten varen, varen, varen
Door de groene baren
Onze schip is sterk en vast
Van de kiel tot aan de mast
En het zal ons dragen, dragen, dragen
Ook bij storm en vlagen
Daarom drijft toch genen rouw
Lieve vrienden, kind en vrouw!
Laat ons vrolijk scheiden, scheiden, scheiden
God zal ons geleiden