Meneer is niet thuis en mevrouw is niet thuis
Het keteltje staat op het kolenfornuis
De hele familie is uit
En het fluit en het fluit en het fluit: túúúút
De pan met andijvie zegt: Foei, o, foei!
Hou eindelijk op met dat nare geloei
Wees eindelijk stil asjeblief
Je lijkt wel een locomotief: túúúút
De deftige braadpan met lapjes en zjuu
Zegt: Goeie genade, wat krijgen we nu?
Je kunt niet meer sudderen hier
Ik sudder niet meer met plezier! túúúút
Het keteltje jammert: Ik hou niet meer op!
Het komt door m'n dop! Het komt door mijn dop!
‘k Moet fluiten, zolang als ik kook
En ik kan het niet helpen ook! túúúút
Meneer en mevrouw zijn nog altijd niet thuis
En het keteltje staat op het kolenfornuis,
Het fluit en het fluit en het fluit.
Wij houden het echt niet meer uit: túúúút ... Jullie ?
Tekst: A.M.G Schmidt / Melodie: P.C. van Westering