Home

Het was op ene avond laat

Het was op ene avond laat
Dat ik gong wandelen al langs de straat
En de maan die scheen zo duister
Ja, ja, ja, duister
Ja, ja, ja, duister
Dat ik schier geen sterreke en zag
Dat ik schier geen sterreke en zag

Och doeget op, mijn engelin
Och doeget op, laat uwen minnaar in
Ik heb hier zo lang staan wachten
Ja, ja, ja, wachten
Ja, ja, ja, wachten
Dat ik schier vervroren ben
Dat ik schier vervroren ben

Ik doe er toch voorwaar niet op
Ik late hier nu genen minnaar in
Of gij moest er mij dan zeggen
Ja, ja, ja, zeggen
Ja, ja, ja, zeggen
Of gij mij bemint alleen
Of gij mij bemint alleen

Ik min u liefke, maar alleen
Zoet lieveke, ik minne anders geen
Ik heb hier zo lang staan wachten
Ja, ja, ja, wachten
Ja, ja, ja, wachten
Dat ik schier vervroren ben
Dat ik schier vervroren ben

Maar ’s nachts, maar ’s nachts, maar ’t midden van de nacht
Op haar klein vensterke kwam haar een slag
En de moeder die dit hoorde
Ja, ja, ja, hoorde
Ja, ja, ja, hoorde
Lieve dochter wat is dat
Lieve dochter wat is dat

Och, moeder, ’t is ons katje klein
Dat speelt daar met haar kleine muizelijn
En de muis die is gevangen
Ja, ja, gevangen
Ja, ja, gevangen
En dat heeft recht moeite gekost
En dat heeft recht moeite gekost