Als de slotenschouw geweest is,
en het gras te drogen ligt,
Komt er kermis in ons dorpje,
zegt de jongen aan z'n wicht
'k Heb een knip gespaarde duiten,
veur vanaovond in m'n tuk
Ga met mij mee naor de kermis,
en dan zingt ze van geluk.
Als de draaimolen draait, op het plein bij de linde,
Kun je de boeren daar allemaal vinden.
En ze schieten en ze draaien en ze slaan kop van jut,
Tot de knip heelmaol leeg is, ja, dan zijn ze blut!
Bosjes paling kun je kopen,
en je kluift een vette kin
Dan wat brandewijn met suiker,
houdt de stemming er zo in.
Bij de schiettent met een windbuks,
lacht de heleboel mij uit.
Da'k mirakels mis kan schieten,
'k schoot die kerel in zien kuit.
Als de draaimolen draait, op het plein bij de linde,
Kun je de boeren daar allemaal vinden.
En ze schieten en ze draaien en ze slaan kop van jut,
Tot de knip heelmaol leeg is, ja, dan zijn ze blut!
In “Het Hert”daar gaan we dansen
'n ouderwetse stoelendans.
Want bij ons heeft swing of foxtrot,
nog geen sikkepitje kans.
Tot de pliessie ons komt zeggen,
mensen 't is al veul te laat.
Blef ie zelf een biettien plakken,
zingen wij nog op de straat.
Als de draaimolen draait, op het plein bij de linde,
Kun je de boeren daar allemaal vinden.
En ze schieten en ze draaien en ze slaan kop van jut,
Tot de knip heelmaol leeg is, ja, dan zijn ze blut!
J. de Kleyn / J. Schutte - A. de Raaff
