Komt vrienden in het ronden, minnaars van ene stiel
Ik zal u gaan verkonden, hoe ik door 't slijperswiel
de kost verdien voor vrouw en kind
schoon blootgesteld aan sneeuw
en wind
Terlierelom, terla
van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been
ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju
De smid die moet hard werken, gestadig voor het vier
Hij durft hem niet versterken, met ene kan goed bier
Terwijl ik ga op mijn gemak
Soms ook wel met een lege zak
Terlierelom, terla
van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been
ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju
De schoenmaker gezeten, op ene pikkelstoel
Zou kaas en droog brood eten, maar als ik nood gevoel
Dan slijp ik tot de avond toe
E
en zo heb ik nooit arremoe
Terlierelom, terla
van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been
ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju
De kleermaker maakt kleren, voor acht stuivers per dag
Wil hij het loon vermeren, hij snijdt meer dan hij mag
Maar ik met mijne slijpersteen
Ik win meer op één uur alleen
Terlierelom, terla
van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been
ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju
De maalder moet graan malen, tot in het fijnste meel
Hij doet dubbel betalen voor zijne droge keel
Maar ik door ijver en door vlijt
Ik win mijn brood in eerlijkheid
Terlierelom, terla
van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been
ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju
Mijn vrouw die roept victoria over de slijpersstiel
Zij vindt de grootste gloria in 't draaien van mijn wiel
Mijn kinders hebben geen ongemak
Zij lopen met de bedelzak
Terlierelom, terla
van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been
ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju
Sa vrienden voor het leste; All' ambachten zijn goed
Maar 't mijne is toch het beste, schoon ik soms slapen moet
Op hooi en strooi in ene stal
Ik heb de kost voor niemendal
Terlierelom, terla
van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been
ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju