Makkers aan boord! Hoort de golven, hoort!
Hoog de zee, joechee!
Geklonken nog eens, gedronken nog eens
Zeemansheil joechee!
Liefjes tranen blinken, doen de moed niet zinken
Nog eenmaal haar gekust, nog eenmaal haar gesust
Hoog de zee, joechee!
Verzonken het land, verzonken het strand
Schip op hoge vloed
Rondom is de vree van d’eindloze zee!
Alles glans en gloed
Zachte golven wiegen, witte meeuwen vliegen
Het harte wordt zo wijd van zonneheerlijkheid
Vrienden ver, gegroet!
Niet de oude kust, niet de oude rust
Het verre zoekt de ziel
Sneeuwberg of ijs, of het paradijs
Voorwaarts vliegt de kiel!
Om heel de aard getogen, ver zijn liefjes ogen
Maar eens roept de wee sterker dan de zee
Land, mijn land, joechee!