Home

Mane, sterren, nachtplaneten

 
Mane, sterren, nachtplaneten
Nooit en was uw glans zo klaar
O, wat hemelse secreten
Brengt gij in het openbaar
In het midden van uw smalen
Met een aangename stem
Ziet men ene engel dalen
Die ons noodt naar Bethlehem

’s Hemels allerhoogste koning
Die het al te boven gaat
Die bij eng’len hebt uw woning
Hoe ligt gij hier zo versmaad
Hoe is uw gezicht gezwollen
Hoe is ’t dat gij zucht en beeft
Hoe ziet men uw tranen rollen
Vreugd van wat op aarde leeft

Mens aanschouwd hier dat groot wonder
God ligt machteloos en krank
Die de bliksem en de donder
Stadig heeft in zijn bedwang
Die met geen geweld van werken
Maar met zachte woordenkracht
Aard’ en hemel kan versterken
Weent om bijstand in de nacht

In de nacht, als zelfs de beesten
Rusten in een stille wei
Ligt de schepper van de geesten
Wakende met droef geschrei
Als de mens ligt in de zonden
Gans verslonden tot de dood
Wordt de heer der heer’ gevonden
In bedruktheid overgroot

Zoete kind, ziet ons hier knielen
Met een verootmoedigd hart
Wilt ontfermen onze zielen
Door uw lijden, door uw smart
Wilt ons hier beneden geven
Allerhoogste majesteit
Dat wij met u namaals leven
Boven in de eeuwigheid