Mek, mek, schaapje, heb je witte wol
Ja baas, ja baas, drie zakken vol
Eén voor de meester, één voor zijn vrouw
Eén voor de kindertjes die bibberen van de kou
Mek, mek, schaapje, heb je witte wol
Ja baas, ja baas, drie zakken vol
Mek, mek, schaapje, als het zomer wordt
Geeft dat niet, je haren zijn weer kort
Maar in de winter dan blaast de noorderwind
En ik denk dat jij dat dan niet zo prettig vind
Mek, mek, schaapje, als het zomer wordt
Geeft dat niet, je haren zijn weer kort
Mek, mek, schaapje, zeg eens, is dat waar
nee, o nee ... dat denk je maar
Kaal in de zomer, maar als de winter komt
Dan heb ik een nieuwe vacht van lekker warm bont
Mek, mek, schaapje, zeg eens, is dat waar
nee, o nee ... dat denk je maar