Ja, ik ben van het land
Dat de krachtige hand
Van mijn volk heeft ontroofd aan de zee
Die nog kampt met d’ orkaan
Om behoud van het strand
Met de branding, die brult op de ree
Dat land heb ik lief en dat land is mijn al
Het land, dat ik nimmer vergeten zal
Ja, ik ben van het land
Dat zijn schepen bemant
Met een ras, voor geen drommel vervaard
Van het stoere geslacht
Dat zijn vlag heeft geplant
Aan de duisterste hoeken der aard
Dat land heb ik lief en dat land is mijn al
Het land, dat ik nimmer vergeten zal
Ja, ik ben van het land
Met de zonnige rand
En zijn welige weiden met vee
Waar de korenzee ruist
In de zomerse brand
En de wouden zacht zingen van vreê
Dat land heb ik lief en dat land is mijn al
Het land, dat ik nimmer vergeten zal
Ja, ik heb aan dat land
Mijne liefde verpand
En zijn naam zal ik roemen altijd
En ik blijf voor zijn eer
Heel mijn leven gestand
Aan zijn heil blijft mijn streven gewijd
Dat land heb ik lief en dat land is mijn al
Het land, dat ik nimmer vergeten zal
/ J.C. Andreae