Des avonds als het klokje klept
Dan zeg ik mijn gebed
Dan brengt me van het spelen moe
Mijn moedertje naar bed
Zij dekt mij lekker warmpjes toe
En vraagt dan: lig je zacht?
Dan geven wij elkaar een zoen
En zeggen: goede nacht
En zeggen: goede nacht
Ik wil niet daad’lijk slapen gaan
Maar wacht dan nog een poos
Opeens gaan toch mijn ogen toe
En slaap ik als een roos
En als mij moelief ’s morgens wekt
En m’in haar armen vat
Dan denk ik: heerlijk moedertje
Wat ben je toch een schat
Wat ben je toch een schat