Op de frisse groene weiden
Straalt zo vriend’lijk ’t zonnelicht
En een stroom van zoete geuren
Blaast de wind mij in ’t gezicht
Blaast de wind mij in ’t gezicht
Mugjes dansen, kevers glanzen
In de gouden zonneschijn
Alles trilt van licht en leven
Licht en leven, licht en leven
Alles trilt van licht en leven
Op dit heerlijk schoon festijn
Tegen grijze, wijde kimmen
Strelen dorpjes vriend’lijk ’t oog
En de forse hoge bomen
Rijzen statig naar omhoog
Rijzen statig naar omhoog
Klokjes bloeien, roosjes gloeien
In de gulden zonnegloed
Alles trilt van licht en leven
Licht en leven, licht en leven
Alles trilt van licht en leven
Met een vrolijk blij gemoed