Wat heeft Sofietje het toch druk
Wat is er aan het handje
De poppenkleertjes, stuk voor stuk
Gaan keurig in een mandje
De poppen zijn al aangekleed
In d’ allerbeste kleren
Ze mogen met hun moedertje
Een weekje uit logeren
Ook Puk, de oude dikke hond
Sofietjes beste vrindje
Loopt zenuwachtig in het rond
Met een mooi lichtblauw lintje
Sofietje zegt: Vooruit, vooruit
Het is al kwart voor achten
Wij moeten nodig naar de trien
De taxi staat te wachten
Sofietje kijkt eens om zich heen
Of zij niets heeft vergeten
De broodjes moeten er nog in
Om in de trein te eten
Ook Puk zijn halsband moet nog mee
En ’t nachtgoed van de poppen
En in dat hoekje kan ze nog
Twee poppenschoenen stoppen
Daar gaat de héle optocht heen
Sofietje, Puk en Mientje
En Annie, Greta, Ella, Cor
En Lientje, Sientje, Fientje
Als z’ op de omgekeerde stoel:
Hun taxi, zijn gezeten
Zucht ma Sofietje: ‘k heb mijn LUX
Toiletzeep nog vergeten