Home

Reislied

Ik tijg door het meiherboren land
De keel vol frisse zangen
De speelharp aan de gouden band
Blijmoedig omgehangen

De morgen stort zijn rode licht
Recht in mijn harteschalen
Nu zing ik ‘d aard een godendicht
Mijn lied ruist door de dalen

In zilver trekt de stroom ter zee
De verre klokken org’len
Diep in zich zingt de ziel, hoezee
Rondom klikt blij goe’morgen

Mijn hart is bloem van diamant
Vol gouden licht gevallen
Het vonkt en pronkt door ’t blonde land
Met duizend sterkristallen

Mijn hart, hoe schoon de wereld is
Vooruit, door woud en weide
Zing, dat het schalt langs eik en lis
Blijf jong als bos en heide

M. Vos / H. Engel