De winterkaboutertjes hebben vannacht
De wereld met zilver behangen
De tuin lijkt een sprookje in ’t witte gewaad
Gereed om een fee te ontvangen
De takken der bomen, gist’ren nog kaal
Ze zijn nu omkranst en bepereld
De paden zijn wit en alles lijkt wel
Één wond’re sprookjeswereld
Daar komt nog de zon en laat er haar licht
Blij blinken naar alle kanten
Het glinstert en schittert alom en ’t is nu
Één wereld van diamanten.