Schoon lief, hoe ligt gij hier
En slaapt in uwen eerste drome?
Wil opstaan en de mei ontfaan
Hij staat hier al zo schone
'k En zou voor genen mei opstaan
Mijn vensterke niet ontsluiten
Plant uwe mei waar 't u gerei,
Plant uwe mei daarbuiten
Waar zou ‘k hem planten of waar doen?
't Is al op 's heren straten
De winternacht is koud en lang
Hij zou zijn bloeien laten
Schoon lief, laat hij zijn bloeien staan
Wij zullen hem begraven
Op 't kerkhof bij den eeg’lantier
Zijn graf zal rozekens dragen
Schoon lief en om die rozekens
Zal 't nachtegaaltje springen
En voor ons bei' in elke mei
Zijn schoonste liedekens zingen
Tekst en melodie genoteerd door Pol de Mont te Wambeke, Brabant