Weet je dat er sprookjes zijn
Die nooit zijn opgeschreven
Sprookjes die voor groot en klein
Voor altijd blijven leven.
Altijd, altijd, schijnt er een zon of een maan
Altijd, altijd blijven er sprookjes bestaan.
Want zolang er bankjes zijn
Die onze liefde dragen
Zal men in de maneschijn
Steeds aan elkander vragen
Altijd, altijd, hou je voor altijd van mij
Altijd, altijd dat sprookje gaat nooit meer voorbij.
En zolang de wind bestaat
Zullen de bomen ruisen
En zolang de zee bestaat
Zullen de golven bruisen.
Altijd, altijd, is er een lied van de wind
Altijd, altijd of er een sprookje begint.
Steeds weer zal het lente zijn
Met duizend bonte kleuren
Bloemen bloeien groot en klein
Met duizend zoete geuren.
Altijd, altijd, zingt dan een vogel zijn lied
Altijd, altijd is dat een sprookje of niet.
Maan en sterren kijken neer
Op de miljoenen mensen
Die alleen maar altijd weer
Beter en groter wensen.
Altijd altijd, doen zij elkander verdriet
Daarom, daarom zien wij de sprookjes ook niet
H. Bordon / G. Beart