Kent u dat brede herenhuis, gelegen aan de Fok
Daar woonde Tsjoender Fokkema
met heel zijn kinderhok
Daar woonde Tsjoender Fokkema
met heel zijn kinderhok
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
De Tsjoender was een arme klant
Maar droomde nacht en dag
Hij zong daarbij het hoogste lied
Wat hij niet alles zag
Hij zong daarbij het hoogste lied
Wat hij niet alles zag
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Er was niet een in Oudeschoot
Zo blij als Tsjoender Fok
Zijn Fokkelien was niet zo blij
Zij sloeg hem met de stok
Zijn Fokkelien was niet zo blij
Zij sloeg hem met de stok
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Hij droomde driemaal van een schat
Die hij eens vinden zou
Wanneer hij reisde heel naar Zwol'
Dichtbij een poortgebouw
Wanneer hij reisde heel naar Zwol'
Dichtbij een poortgebouw
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Hij ging op weg, posteerde zich
Dichtbij de Sassenpoort
En over schat of gouden berg
Vernam hij nog geen woord
En over schat of gouden berg
Vernam hij nog geen woord
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Een bedelaar die daar ook stond
Die lachte om zo'n droom
Hij droomde ja van Oudeschoot
Hoe bij een perenboom
Hij droomde ja van Oudeschoot
Hoe bij een perenboom
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
En op een bleekveld, met een bok
Een schat verscholen lag
Die snakte om zijn gouden glans
Te tonen aan de dag
Die snakte om zijn gouden glans
Te tonen aan de dag
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Vriend Tsjoender, als de wind naar huis
Hij viel geheel van streek
Zijn bok was dat, zijn perenboom
Zijn groen begraasde bleek
ijn bok was dat, zijn perenboom
Zijn groen begraasde bleek
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
En spittend vond hij een kap'taal
Aan rood dukatengoud
Verborgen in een aarden pot
Wel zeven eeuwen oud
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Het randschrift van die aarden pot
Het pronkstuk bij de haard
Heeft dominee op huisbezoek
In vloeiend Fries verklaard
Heeft dominee op huisbezoek
In vloeiend Fries verklaard
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
It liket raer, hwat stiet der op
Dat ûnder dizze pot
Dêr sit, fordold, in twadden-ien
Mei folle greater skat
Dêr sit, fordold, in twadden-ien
Mei folle greater skat
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Zij namen saam de spâ ter hand
(De bok sprong dol in 't rond)
En dolven na een stijf kwartier
Een goudschat uit de grond
En dolven na een stijf kwartier
Een goudschat uit de grond
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Zoals men slechts uit sprookjes kent
Of uit Egypteland
Ja, geen Lutine haalt erbij
Verzakt in zee en zand
Ja, geen Lutine haalt erbij
Verzakt in zee en zand
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Zij bouwden zich toen, welgezind
Een huis te Burgerveen
Met honderd vensters, gouden stoep
Een hal van marmersteen
Met honderd vensters, gouden stoep
Een hal van marmersteen
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la
Sjoem la-la-la-la, sjoeme-la-la, sjoeme-la-la-la.
Dr.T.W.R. de Haan / C. Nijdam