Home

Een nieuw lied van een meisje
en een schipper

't Was ochtend; een meisje ging wand'len aan het strand
Een bootje dat vlagde, lei reê
En straks was de vriend'lijke schipper ter hand
Die sprak: Schoon kind wilt gij mee
't Is het rechte getij om te varen
Nu de morgenzon glanst op de baren
Grijp moed, schoon kind en vaar mee
Grijp moed, schoon kind en vaar mee

Het meisje, met blosjes op voorhoofd en wang
Stond peinzend aan 't ruim van de zee
Daar klonk uit den hoge een tovergezang
Daar mummelde 't zacht langs de reê
Ga varen, lief kind, ga varen
De morgenzon glanst op de baren
Gij voert het geluk met u meê
Gij voert het geluk met u meê

Maar tranen bedauwden een moederlijk oog
Het scheiden, het missen doet wee
En troostend begon weer de zang van omhoog
En blijder herhaalde de reê
Laat varen 't jong paar, laat varen
Gelijk van gemoed en van jaren
Doorkruist het een veilige zee
Doorkruist het een veilige zee

Wat deed nu het meisje? Het waagde de kans
En luid riep de schipper: Hoezee!
En de golfjes droegen met vrolijke dans
Hun bootje van de effene reê
Blijf varen, jong paartje, blijf varen
Gewiegd op de hupp'lende baren
In 't zonlicht van voorspoed en vreê
In 't zonlicht van voorspoed en vreê

A.C.W. Staring / M.A. Brandts Buys