Had ik uw adem, nachtegalen
Uw zilvertoon
Langs alle heuv’len, alle dalen
Zou ik uw smeltend lied herhalen
Zo vol, zo schoon. Zo vol, zo schoon!
Ik prees dien god in mijn gezangen
Die veld en woud
Weer ’t groene kleed heeft omgehangen
Na zoveel maanden van verlangen
Zo blijde aanschouwd!
Had ik uw adem, nachtegalen
Uw zilvertoon
Langs alle heuv’len, alle dalen
Zou ik uw smeltend lied herhalen
Zo vol, zo schoon. Zo vol, zo schoon!
Ik zou die grote schepper loven
Die ongezien
Zijn troon gevestigd heeft hierboven
En wien de bloempjes onzer hoven
Hun offers biên!
Had ik uw adem, nachtegalen
Uw zilvertoon
Langs alle heuv’len, alle dalen
Zou ik uw smeltend lied herhalen
Zo vol, zo schoon. Zo vol, zo schoon!
N. Beets / J.D. van Ramshorst