Wij hebben twee kleine poesjes
Met pootjes zo zacht als fluweel
Het grijsje dat noemen we Bobbie
Die andere dikzak heet Neel
Die andere dikzak heet Neel
Laatst waren ze nergens te vinden
Toen zijn we aan ’t zoeken gegaan
We keken in alle hoeken
Waar kwamen ze, denk je , vandaan
Waar kwamen ze, denk je , vandaan
Wit Neeltje lag in de turfmand
En Bob lag bij popje in bed
We namen ze gauw mee naar binnen
En rolden haast om van de pret
En rolden haast om van de pret
Henriëtte Kriebel