Home

Zaterdagavond

 

Moedertje heeft er haar huisje op streek
Kneut’rig zo’n huisje op ’t eind van de week
Net zijn de witte gordijntjes gespannen
’t Lampeke pinkt in de koperen kannen
’t Blinkende keteltje zuit van lust
Zingt zo gezellig in ‘d avondrust
Zingt zo gezellig in ‘d avondrust

’t Donzig zacht blozende lijveke bloot
Spartelt een kleuter op moederkes schoot
Rekt zich en schuurt zich de mollige beentjes
Steekt in zijn snoetje de rozige teentjes
Moederke kriewelt hem keer op keer
Vader legt even de pijp erbij neer
Vader legt even de pijp erbij neer

Eén maar alleen van de drie heeft het druk
Twee kijken zwijgend en stil van geluk
Stil op een leuning, een lepel, een schrijntje
Schemert een stipje, een lichtje, een lijntje
’t Heimpje kreekt achter de haard, kreek, kreek
Kneut’rig zo’n huisje op ’t eind van de week
Kneut’rig zo’n huisje op ’t eind van de week

G.W. Lovendaal / B. Quak-Bolt