Zingen is de lust van ’t leven
’t Is het kenmerk van ’t gemoed
Overal waar lied’ren klinken
Wonen mensen gaaf en goed
Daarom zingt met welgevallen
’t Lied, dat u “de volkszang” biedt
Zingt alleen, of met z’n allen
Slechts de bozen zingen niet
Wie zal ooit het lied vergeten
Dat hem zijne moeder zong?
Wie de stemme der geliefde
Die hem in ’t harte drong?
’t Lied herdenkt een groots verleden
’t Is van vlijt en strijd een tolk
Wijst de toekomst, draagt het heden
’t Is de ziel van gans een volk!
Zingen zullen wij en zingen
Daar het kruim en kracht ons geeft
Dat het dreunt in alle kringen
Holland zingt, wijl Holland leeft!
En zo willen wij betonen
Wat men huldigt in het lied
Dat hier brave mensen wonen
Want de bozen zingen niet!
W. Gijssels / A. Spoel