Ik houd van de zomer, die prachtige tijd
Elk is dan zo vrolijk, zo hartelijk blijd
’t Is buiten zo zonnig, zo geurig en groen
Het lijkt er wel alles een keurig plantsoen
De vogeltjes zingen van ’s morgens tot laat
’t Is of in hun keeltje een orgeltje gaat
De visjes in ’t water, het vee in de wei
Verheugen zich allen in ’t heerlijk getij
Ik houd van de zomer, die prachtige tijd
Elk is dan zo vrolijk, zo hartelijk blijd
Wij kinderen hupp’len en springen door ’t gras
Och, dat het toch altijd maar zomer was
W.F. Oostveen / C. van Rennes