Ik ben een mooie zomerdag naar Zandvoort toegegaan
De lucht was blauw, de wind was zuid
en rustig d’ oceaan
Ik zette mij op ’t hoogste duin
ik zag naar zee en zand
Ik prees mijn land, mijn blonde land
en ’t meest de waterkant
Kom mijn poppetje, kom mijn poppetje, kom
Dan zwemmen wij getwee al in die grote zee
Ja, kom mijn poppetje, kom mijn poppetje, kom
in’t wilde golvenspel, daar voelt de mens zich wel