Adieu, rein bloemken rosiere
Die mij bij uwer deugd
Uw wezen en maniere
Mij dikwijls heeft verheugd
Peinst om mij als gij meugt
Als ik trek uit den lande
Mijn hart laat ik u te pande
Adieu, solaas en de vreugd
Adieu, gij doet mij smarte
Adieu, nooit meerder grief
Adieu mijn dom jong harte
Beroofd mij als een dief
Adieu mijn liefste lief
Als ik ben uit de stede
Ik bid u om een bede
Lees dagelijks dezen brief
Adieu, princesse geprezen
't Is al om u gedaan
Wilt toch gedochtig wezen
Want ik moet van u gaan
God die wil u bijstaan
Schoon lief kom mij te baten
Dat ik u nu moet laten
Dat kost mij zo menigen traan
Tekst uit Antwerpsch liedboek, 1544
Melodie uit Een devoot ende profitelijck boexken, 1539