Als alle hoven bloesemen
Dan moet men zingen
Mijn heim’lijk liefken zegt dit lied
De zoetste dingen
Mijn heim’lijk liefken zegt dit lied
Ja, ja, zegt dit lied
De zoetste dingen
Verstolen blikken zend ik haar
Beroer de kleine voet
In ’t kamerken is éne, die
De mijne worden moet
In ’t kamerken is éne, die
Ja, ja, éne die
De mijne worden moet
Waarom zou dat niet mogen zijn
Zij is mijn zoetst begeer
Haar ogen zijn zo sterreklaar
En blauw als ‘t morgenmeer
Haar ogen zijn zo sterreklaar
Ja, ja, en blauw als
Blauw als ’t morgenmeer
Het rood, dat in haar wangen gloeit
Is dieper dan van wijn
Zeg, waar ter wereld zou er toch
Een schoner meiske zijn
Zeg, waar ter wereld zou er toch
Ja, ja een schoner
Een schoner meiske zijn
M. Vos, naar een Duits volkswijsje