Baanveger, baanveger, kom met je bezem
Veeg nu een glanzige, gladde baan
Alles wat schaatsen heeft, komt vandaag rijden
Alles wat benen heeft, komt vandaag glijden
Baanveger, baanveger, kom met je bezem
Veeg nu een glanzige, gladde baan
Zie je Margootje wel? één, twee!
Zie je Catootje wel? één, twee!
En zie je Kootje wel? ’t Is nummer drie
Rijden naar grootvaders pastorie
Grootvader, grootvader, als je wilt rijden
Grootmoeder laat je alleen niet gaan
Samen, zo zegt ze, gaan wij door het leven
Gaan we ook samen op gladde baan
Grootvader, grootvader, als je wilt rijden
Grootmoeder laat je alleen niet gaan
Grootvader kan het nog, één, twee!
Zie eens hoe kranig nog, één, twee!
Ja, en nu grootmoeder naast hem rijdt
Voelt hij zich jong als in oude tijd.
Baanveger, baanveger, kom met je bezem
Veeg nu een glanzige, gladde baan
Alles wat schaatsen heeft, komt vandaag rijden
Alles wat benen heeft, komt vandaag glijden
Baanveger, baanveger, kom met je bezem
Veeg nu een glanzige, gladde baan
Zie je klein Petertje? Één, twee!
Glijdt op zijn klompjes, wil ook mee!
Daarom pakt Petertje, ’t geeft wel geen pas
Grootvaders panden van zijn jas
Baanveger, baanveger, kom met je bezem
Veeg nu een glanzige, gladde baan
Alles wat schaatsen heeft, komt vandaag rijden
Alles wat benen heeft, komt vandaag glijden
Baanveger, baanveger, kom met je bezem
Veeg nu een glanzige, gladde baan
Zie je Klaas Haspel wel? Ha, ha, ha, ha!
Dat wordt een kluchtig spel, ha, ha, ha, ha!
Klaas, ga naar huis toe, wees toch wijs!
Wat doet Klaas Haspel nu op het ijs.
Baanveger, baanveger, nu wordt het duister
Alles wordt schemerig, koud en grijs
Iedereen rept zich naar warme woning
Baanveger, jij krijgt een extra beloning
Baanveger, ga nu, want nu wordt het duister
Maar kom dan morgen weer vegen op ‘t ijs
