De minne die in mijn hartje leit
Die zal niet einden noch sterven
Al schijnt het dat ik door tegenheid
Mijn lief zal moeten derven
Al reis ik te land en over zee
En zwerf ik in vreemde steden
Mijn liefs beelt'nis draag ik mee
In mijn genegenheden
Al zijn er andren schoon en rijk
Zij kunnen mij niet winnen:
Als ik mijn liefken eens bekijk
Dan moet ik haar beminnen
Haar heusheid en mijn liefde groot
ons vriendschap daar beneven
Die zullen duren tot den dood
Ja moog'lijk na ons leven
Tekst van G.A. Bredero, De groote bron der minnen, 1622
Melodie : Ik bender een arme Pelgrim ziet