Vader ik wil reizen
Geef mijn geld en goed.
‘k Wil naar verre landen,
Daar is overvloed.
'k Kan niet langer wachten
'k wil de wereld in,
Handel wil ik drijven, tot een groot gewin
Handel wil ik drijven, tot een groot gewin
En de zoon ging henen,
Rijk voorzien van geld.
Had hij maar bedachtzaam,
Prijs er op gesteld.
Want na weinig weken,
Zat hij in de nood.
Moest hij schapen hoeden, voor zijn stukje brood
Moest hij schapen hoeden, voor zijn stukje brood
En de zoon keert weder,
Naar zijn vader toe.
Valt hem in de armen
Kust hem blij te moe,
Vader, ‘k heb gezondigd,
Neem m’als kind weer aan
Kinderen van één vader, neemt ook God weer aan
Kinderen van één vader, neemt ook God weer aan
