Home

De Vlaamsche leeuw

Zij zullen hem niet temmen
De fiere Vlaamse Leeuw,
Al dreigen zij zijn vrijheid,
Met kluister en geschreeuw.
Zij zullen hem niet temmen,
Zolang één Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen,
Zolang hij tanden heeft.

Zij zullen hem niet temmen, zolang één Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.

De tijd verslindt de steden,
Geen tronen blijven staan!
De legerbenden sneven:
Een vlok zal nooit vergaan.
De vijand trekt te velde,
Omringd van doodsgevaar!
Wij lachen met zijn woede:
De Vlaamse Leeuw is daar.

Zij zullen hem niet temmen, zolang één Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.

Hij strijdt nu duizend jaren,
Voor vrijheid, land en God,
En nog zijn zijne krachten
In al haar jeugdgenot.
Als zij hem machtloos denken
En tergen met een schop,
Dan richt hij zich bedreigend
En vrees'lijk voor hen op.

Zij zullen hem niet temmen, zolang één Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.

H. van Peene / E. Miry