Den uyl, die op den peerboom zat,
Den uyl, die op den peerboom zat,
En boven zijn hoofd daar zat ene kat,
Van simme dondeine, van farilonla,
En boven zijn hoofd daar zat ene kat,
Den uyl, vivat. Den uyl vivat !
Den uil die schoot in enen droom,
Den uil die schoot in enen droom,
En viel van boven neer den boom,
Van simme dondeine …
't Was daar, dat hij zijn pootje brak,
't Was daar, dat hij zijn pootje brak,
Men frommelde hem al in eenen zak,
Van simme dondeine …
Men droeg hem dan naar den doktoor
Men droeg hem dan naar den doktoor
De juffrouw die kwam zelve voor !
Van simme dondeine …
Men trok hem wel zes onsen bloed !
Men trok hem wel zes onsen bloed !
't Is jammer, dat hij sterven moet !
Van simme dondeine …
Den uil die gaf dan zijne geest
Den uil die gaf dan zijne geest
't Is spijtig van zo schonen beest.
Van simme dondeine …
Ze droegen hem naar enen hof
Ze droegen hem naar enen hof
Hij werd begraven al met een lof.
Van simme dondeine…
De koster met zijn droeve stem
De koster met zijn droeve stem
Die zong van Domine Requiem
Van simme dondeine …
Vlaams volkslied