’t Was op woensdag vijf december
                ’s Avonds om een uur of acht
                Sint had allen heel wat lekkers
                En ook heel wat moois gebracht
                Vader, moeder, Niek en Willem
                Kootje, Piet en ’t meisje Neel
                Ja, zelfs Hec, die goeie lobbes
                Iedereen had rijk zijn deel
                
Iedereen was in z’n nopjes
                  Vader ’t meest van allemaal
                  Want hij had een pijp gekregen
                  En een zakmes, echt van staal
                  Hé, daar gaat de bel, riep Willem
                  ‘k Had nu toch niets meer verwacht
                  Alstublieft meneer, zei Neeltje
                  Dit werd nog voor u gebracht
                Wéér voor mij, riep vader lachend
                  Sjonge, wat een reuzepak
                  En hij haalde voor de touwtjes
                  ’t Nieuwe zakmes uit zijn zak
                  ‘k Vind ’t erg verdacht, zei vader
                  ‘k Voel me niets op m’n gemak
                  Al maar kranten en papieren
                  Al maar kleiner werd het pak
                Eind’lijk riep hij heel verwonderd
                  Wel verdraaid, wat heb ik daar ?
                  Iedereen begon te lachen
                  ’t Was een chocola-sigaar
                  Wel, zei vader, dat is denk ik
                  Vast een grap van Zwarte Piet
                  Willem kreeg een kleur en hoestte
                  Maar dat merkte vader niet
                Tekst: A.Bon / Melodie: J.W. van Setten