Sinterklaas is een snoes van een man, ja, ja
                Die maar helpt en maar bijspringt waar hij kan, ja, ja
                En geen kindje hoe klein
                Lijdt het armoe of pijn
                Laat hij zonder warme kleren
                Zonder brood of medicijn
                
Goede Sint, onze vrind, onze vreugd en geneugt
                  In de donkerte van ’t jaar
                  Zie, wij springen en zingen 
                  En dringen ons allen te gaar
                  Rondom uw krullende staf
                  En danken u voor wat
                  Uw mildheid ons van ’t jaar weer gaf
                Moriaan is een puik van een Piet ! of niet ?
                  Zoals niemand er beter ergens ziet ! of niet ?
                  Hij verzorgt Sint z’n baard
                  Hij roskamt z’n paard
                  Hij is handig, hij is pienter
                  Hij doet alles naar de aard
                Beste Piet, zeg toch niet aan de Sint
                  Dat ’n kind niet altijd is even zoet
                  Want wie weet wat ’n leed
                  Het hem deed als hij ’t wist
                  Hoe een lammetje, zo zoet als marsepein
                  Een enkel maal soms schrik’lijk
                  Stout en obstinaat kan zijn
                Deze dag is ’n kost’lijke dag! Nou, nou !
                  Dat beaamt immers ieder kind op slag! Nou, nou !
                  Noem ’n and’re zo dol
                  Van verwachting zo vol
                  Die je hartje zo doet tikken
                  En je hoofd zo brengt op hol !
                Schone dag, met een lach en een lied
                  En ’n juichtoon begroeten wij uw licht
                  Zij uw pracht en uw kracht
                  En uw macht ons in ’t leven
                  Een feestelijk lichtende baak
                  Bij ’t naarstig werken
                  Aan de dorre alledaagse taak !
                Tekst en melodie: P.Loots