Gijs, de veerman, haalde over,
Haalde over heel de dag,
Hij had voor elkeen een praatje.
En een frisse, gulle lach.
Hij was altijd welgezind.
Gijs, de veerman, haalde over,
Haalde over als de wind.
Hoio ! Hoio !
Maar het liefste haalde ie over,
Blonde Griet van Krelisboer.
En hij kon het heus niet helpen,
Dat de boot dan trager voer.
't Was zo'n weergaas lieve meid !
Gijs, de veerman, haalde over,
Gijs had altijd dan den tijd.
Hoio ! Hoio !
Eenmaal haalde ie weer haar over,
Maar toen zeid' ie: Hoor eens Griet,
Als jij mij geen zoen wil geven,
Stuur ik jou pardoes in 't riet
Wat kon Griet daartegen doen ?
Gijs, de veerman, haalde over,
Gijs, de veerman, kreeg een zoen !
Hoio ! Hoio !
J. de Bunje