Home

’t Is nog geen veertien weken geleên

’t Is nog geen veertien weken geleên
Is ’t niet een lange tijd?
Is ’t niet een lange tijd?
Daar heeft een varken ziek geleên
Het kreunde en het stende
Het keerde zich en wendde
De beer die was in nood
De beer die was in nood

De dokter en de scharrebarrebier
Die werden toen gehaald
Die werden toen gehaald
Een onderzoek werd ingesteld
Zij gaven een purgasie
Maar ach, het was de laassie
Het einde werd de dood
Het einde werd de dood

Die beer die maakt’ zijn testament
En wil je weten hoe?
En wil je weten hoe?
Hij had van de paus al lang consent
De kop die kreeg de kardinaal
De billen voor den gardiaan
De koster kreeg de staart
De koster kreeg de staart

De beer sprak zijn beminde aan
En zei: mijn lieve kind
En zei: mijn lieve kind
’t Is met mijn lijden haast gedaan
Draag zorg voor onze kinderen
Opdat zij niemand hinderen
De beer die gaf de geest
De beer die gaf de geest

De zog die maakte groot misbaar
Bij ’t scheiden van de echt
Bij ’t scheiden van de echt
En al de biggetjes met elkaar
Zij riepen: Och ma mère
Nu ben je douairière
Want paatje die is dood
Want paatje die is dood

Men kleedde ’t schot al in de rouw
Men luidde op de ton
Men luidde op de ton
Men hing de wapens rom en tom
Van driemaal vier kwartieren
Om ’t schot mee op te sieren
Met hammen en met spek
Met hammen en met spek

De zog die kleedde zich in de rouw
Al met een krippentip
Al met een krippentip
Zo statig als een weduwvrouw
Met een paar rouwpendanten
Met lubben zonder kanten
Een waaier in de hand
Een waaier in de hand

De vrienden kwamen van wijd en breed
Elk riep: Mijn lieve nicht
Elk riep: Mijn lieve nicht
Uw lijden is ons hartelijk leed
De zogge met meer anderen
De biggen met malkanderen
Die zaten op ‘t rouwkleed
Die zaten op ‘t rouwkleed

De vrienden kwamen van wijd en breed
En klaagden ach en wee
En klaagden ach en wee
De beer werd in de kist geleed
Met een paar kribbetippen
Met een paar lange slippen
Zo droegen ze ‘m ter aard
Zo droegen ze ‘m ter aard

Toen de zes weken waren om
De zog sprak met fatsoen
De zog sprak met fatsoen
Nu laten wij de contravisite doen
Men maakte koets en paard gereed
En dat met zwarte baai bekleed
Daar reed madame heen
Daar reed madame heen