Home

Het liedje van de beiaardier

melodie

Als 't vaantje wappert, beiaardier, en kermis is geboren,
Dan wacht daar boven Uw trouw klavier,
Dan spoedt ge U, koene beiaardier,
En klautert naar de toren.
Dan klinken Uw klokjes over de steê:
"Lieve gebureman, komde gij meê?"
Dan klinken Uw klokjes luide en lang,
Tingelinge tingelang, tingelinge tingelang,
Tingelinge tang.

En is de blijdag, beiaardier, de Prinskendag geboren,
Dan zit ge weder voor Uw klavier
En laat Uw deuntjes frank en fier,
Uw schoonste deuntjes horen.
Dan klinken Uw klokjes over de steê,
Voor onzen Koning een vrome beê:
"O Heere, behoed onzen vorst nog lang."
Tingelinge tingelang, tingelinge tingelang,
Tingelinge tang.

En is de Kerstnacht, beiaardier, de grootste nacht geboren,
Dan rolt een traan op Uw trouw klavier
En wat ge deunt dan beiaardier,
Dat zal wel de Hemel horen.
Dan klinken Uw klokjes over de steê:
"Mensen van goede wil zij vreê."
Dan klinkt uit Uw klokjes engelenzang,
Tingelinge tingelang, tingelinge tingelang,
Tingelinge tang.

H. Broeckaert / E. Hullebroeck