Ik stond op hoge bergen
Ik zag een stenen huis
Daar rijden alle mergen
Drie stoute slumerkes uit
Daar rijden alle mergen
Drie stoute slumerkes uit
Die een dat was een ruiter stout
Die ander een boerenman
Die derde was een lansknecht goed
Die wou het bruin meiseke haân
Die derde was een lansknecht goed
Die wou het bruin meiseke haân
Mijn moeder dede mij vragen
Of ik den ruiter wou haân
Zo moest ik deze zomer lang
Zijn laarzen en sporen doen aan
Zo moest ik deze zomer lang
Zijn laarzen en sporen doen aan
Mijn moeder dede mij vragen
Of ik den boer wou haân
Zo moest ik deze zomer lang
Met zijn rossen te velde gaan
Zo moest ik deze zomer lang
Met zijn rossen te velde gaan
Boeren dat zijn boeren
Zij drinken zo zelden wijn
Zij drinken liever botermelk
Dan heuse koele wijn
Zij drinken liever botermelk
Dan heuse koele wijn
Boeren dat zijn boeren
Zij drinken zo zelden wijn
Zo doet die vrome lansknecht niet
Hij schenkt er zo dapperlijk in
Zo doet die vrome lansknecht niet
Hij schenkt er zo dapperlijk in